‘Minder materiaalgebruik en meer herbruikbare verpakkingen’
Voor de lancering van The State of Sustainable Packaging sprak het KIDV met verschillende partners en experts op het gebied van duurzaam verpakken. Hoe ziet hun dagelijkse praktijk eruit en hoe kijken zij naar het beleid en de ontwikkelingen? Welke samenwerking en innovaties zijn nodig – op korte, middellange en lange termijn – om intrinsiek duurzaam verpakken te bereiken. Dat is verpakken zonder schade aan mens en milieu. In deze aflevering: Tracy Sutton, oprichter en hoofddeskundige van ROOT.
“Het is onze missie om een wereld te creëren, waarin alle producten regeneratief, solidair en onschadelijk zijn voor mens en milieu. Veel bedrijven vegen duurzaamheid onder het tapijt. Hun bedrijfsmodellen zijn ontworpen om te verdienen aan wegwerpproducten en verpakkingssystemen, waarbij weinig of geen aandacht is voor de manier waarop we onze kostbare grondstoffen gebruiken. Denk aan fossiele grondstoffen, water en andere materialen die nodig zijn om verpakkingen te maken. Er heerst een gebrek aan bewustzijn en bereidheid om in duurzaamheid te investeren.”
“Toen ik na mijn opleiding in duurzaam productontwerp in de verpakkingsindustrie ging werken, verbaasde ik mij erover dat bedrijven - in een wereld met een groeiende bevolking en grondstoffen die steeds schaarser worden - hun businessmodellen op lineaire in plaats van regeneratieve consumptie baseerden. Ik heb ROOT opgericht om internationale FMCG-merken (fast moving consumer goods) met behulp van milieuanalyses en toonaangevende verpakkingsstrategieën te ondersteunen en aan hun maatschappelijke verplichtingen te voldoen.”
Duurzaamheidsplannen
“Ieder bedrijf heeft een corporate milieu- of duurzaamheidsplan nodig. Vaak hebben bedrijven dit wel, maar zijn ze weinig ambitieus of specifiek. Met uitzondering van een aantal multinationals, ontbreekt ook een verpakkingsstrategie waarin staat wat ze met hun verpakkingen doen en waarom. Of ze focussen daarbij alleen op technische aspecten. Aan verpakkingen zitten echter veel meer aspecten, ook sociale. Ze vormen het belangrijkste fysieke contactmoment tussen producenten en consumenten. De verpakkingsstrategie moet dus ook op consumenten zijn gericht.”
“Op het gebied van verpakkingen hebben ze nog een lange weg te gaan om hun bedrijf toekomstbestendig te maken. Ze hebben een concreet en meetbaar plan nodig, dat precies laat zien hoe ze proactief werken om hun doelstellingen te behalen rondom de uitstoot van broeikasgassen en de verlaging van hun milieu-impact. Het is essentieel dat bedrijven serieus nadenken over en investeren in alternatieve producten en systemen voor méér dan eenmalig gebruik.”
“Verschillende leveranciers van verpakkingen werken hier al behoorlijk hard aan en hun toewijding is prijzenswaardig. Aan de andere kant zien we bedrijven die proberen om een falend systeem in stand te houden. Zij maken verpakkingen die niet zijn ontworpen om effectief en betaalbaar te recyclen. Meerlaagse flexibele verpakkingsoplossingen zijn daar een voorbeeld van. In plaats daarvan moeten we verpakkingscomponenten ontwikkelen die tegemoetkomen aan de milieubehoeften van nu en die daarnaast de mensheid en onze maatschappij beschermen. Verpakkingen moeten ontworpen worden voor de gehele levenscyclus van een product. Bestaande regelgeving moet strenger worden gehandhaafd om een duidelijk signaal af te geven aan partijen die denken dat het milieu geen prioriteit heeft. Veel bedrijven wachten simpelweg tot de overheid wet- en regelgeving afkondigt om dan pas in actie te komen. Zij lopen achter de feiten aan.”
Maatschappelijke verandering en consumentengedrag
“COVID-19 heeft laten zien hoe snel we in actie kunnen komen om mensen tegen de gevolgen van een pandemie te beschermen. Mijn hoop is dat de coronacrisis een deel van de maatschappij meer psychologisch inzicht geeft in wat er echt belangrijk is in dit leven: dat mensen en bedrijven zich gedragen op een manier die solidair is en meer respect toont voor onze maatschappij en het milieu. Ik verwacht dat zo’n twintig procent van de bevolking zich op een meer milieubewuste en sociaal verantwoordelijke manier zal gaan gedragen en dat mensen zich in het algemeen meer bewust worden van hun rol in en verantwoordelijkheid richting de maatschappij, in plaats van richting het individu. Onze toekomst hangt af van een gedragsverandering, die is gebaseerd op gezondere persoonlijke waarden en de behoeften en consumptiepatronen die daaruit voortvloeien.”
“De oplossing voor het afremmen van klimaatverandering draait niet om het vervangen van een materiaal. Ten eerste moeten we het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen, hoewel deze in sommige wegwerpverpakkingen voor veel minder watergebruik en een lagere uitstoot van broeikasgassen zorgen dan alternatieve materialen, zoals metaal, glas en papier. Veel biogene materialen hebben een veel hogere impact qua gebruik van water en chemicaliën. De conclusie is daarom dat elk materiaal zijn nadelen heeft. We moeten simpelweg minder materialen gebruiken."
“Een aantal herbruikbare, navulbare verpakkingsconcepten zijn getest, maar er is geen achterliggende strategie ontwikkeld. Er is geen bewijsbasis om op voort te bouwen. Deze concepten worden aangeprezen met positieve PR, maar vervolgens blijken ze niet zo succesvol als werd verwacht of gehoopt, omdat vooraf geen goede basis is gelegd. Dit verklaart ook waarom er niet veel feedback of data beschikbaar is met betrekking tot navulprogramma's. Dit is vooral te verklaren door het feit dat we niet begrepen hebben wat gebruikersgericht ontwerp inhoudt; we denken niet genoeg na over het ontwerp van de verpakking. Daarnaast zijn er ook nog andere redenen: in sommige gevallen is het gebrek aan keuzemogelijkheden van leveranciers een flinke uitdaging. En klanten zijn vaak niet bereid om hun gedrag te veranderen. Ze zijn veeleisend. Wanneer een nieuw productleveringssysteem op de markt komt, wil men geen concessies doen en verwacht men zelfs een verbetering. Het gaat altijd om wat de klant wil en nodig heeft. Willen ze en kunnen ze een grootverpakking thuis bewaren, willen ze naar de winkel gaan, zijn ze fysiek in staat om een zware verpakking te tillen?”
“In onze onderzoeken vragen wij consumenten steevast wat ze van een product of verpakking verwachten. Dan noemt niemand het woord innovatie. In plaats daarvan willen ze iets dat stevig is, eenvoudig te gebruiken (geen compromis) en dat het hen in staat stelt om tijd en geld te besparen en ondertussen hun milieudruk te verlagen. Sommige mensen hebben het nog wel over ‘ecodesign’, zonder dat ze weten wat dat precies inhoudt. Ecodesign vind ik een loze term.”
Passie omzetten in actie
“Aan de andere kant van het spectrum vinden we het grote plaatje van de Ellen MacArthur Foundation (EMF). De EMF opereert op een enorm hoog niveau, hetgeen te strategisch en te conceptueel is voor sommige mensen om goed te begrijpen. Dit speelt ook in sommige overheidsstrategieën: de theorie mist detail. Ik heb verschillende lanceringen van programma’s bijgewoond en sprak dan met aanwezigen die diep onder de indruk waren van het prachtige beeld dat werd geschetst. Maar zij begrepen niet goed wat ze moesten doen om die mooie woorden in daden om te zetten. Mensen gaan dan naar huis, onder de indruk van wat hen is verteld, maar tegelijkertijd hebben ze geen idee wat er moet gebeuren om de passie in actie om te zetten.”
“De industrie lijkt vooral op zoek naar stapsgewijze innovatie. Daarmee boeken we absoluut niet genoeg vooruitgang om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen. De focus ligt vooral op recycling en het gebruik van gerecycled materiaal; de meeste aandacht gaat uit naar het versimpelen van afval en afvalverzameling. Zogenaamd nieuwe of innovatieve materialen zijn vaak een ware nachtmerrie voor de afvalverwerkingsindustrie. Hun systemen draaien op consistentie en volume, niet op nieuwe materiaalstromen, waarvoor geen mogelijkheid bestaat om ze in te zamelen of te recyclen.”
Minder materiaal en meer herbruikbare verpakkingen
“Materialen die niet kunnen worden gerecycled, zouden van de markt moeten worden gehaald. Daarnaast moeten we meer gerecycled materiaal gebruiken, al gebruik je dan nog steeds fossiele grondstoffen en komen we dus niet veel verder in de reductie van het gebruik van deze grondstoffen. Terwijl dit een van de belangrijkste uitdagingen is. Veel strategische doelstellingen en vormen van overheidsbeleid stimuleren juist de wegwerpmaatschappij. Er zijn heldere strategieën nodig die onderscheid maken tussen wegwerpverpakkingen en herbruikbare/duurzame productleveringssystemen en die mensen inspireren om minder materiaal te gebruiken.”
“Mijn vraag is wat de Europese Commissie kan doen om te bewerkstelligen dat de lidstaten het materiaalverbruik verminderen en dat herbruikbare en navulbare systemen worden geïntroduceerd waarbij geen afval ontstaat. Als mijn opdrachtgevers om een wereldwijde verpakkingsstrategie vragen, kunnen wij dat bieden, maar die moeten we in verschillende markten opdelen, omdat elk Europees land zijn eigen infrastructuur heeft en omdat ook de materalen en hoeveelheden per land verschillen. Dat geldt ook voor de manier waarop wereldwijde doelstellingen, zoals de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, in nationaal beleid worden vertaald. Dat is een lastige opgave. Wellicht is de Europese infrastructuur over vijf of tien jaar meer in balans, consistenter, meer gestroomlijnd en kosteneffectiever. Maar veel merken hebben een wereldwijde strategie nodig, aangezien de infrastructuur, de financiering en het beheer van afvalverwerking er op andere continenten heel anders uit kan zien.”
“Voor gerecyclede en herbruikbare/navulbare verpakkingen hebben we duidelijke standaarden nodig, die passen bij de realiteit. Materialen moeten kunnen worden herleid naar hun vorige levensloop en systemen voor herbruikbare en navulbare verpakkingen moeten niet alleen in theorie bestaan, maar daadwerkelijk worden opgezet. Er zijn ontzettend veel slecht ontworpen semi-wegwerp verpakkingen die schijnbaar herbruikbaar zijn, zoals koffiebekers waarmee de markt de afgelopen jaren is overspoeld, die van materialen zijn gemaakt die lang niet zo duurzaam zijn als producenten graag beweren en die vaak ongeschikt zijn voor recycling. We hebben standaarden nodig, net zoals de geformaliseerde standaarden voor composteerbaarheid en biologische afbreekbaarheid. Daarnaast moeten we ons ook meer bewust worden van wat aangeprezen wordt als recyclebaar en wat er daadwerkelijk gerecycled wordt. Als er via de regelingen voor producentenverantwoordelijkheid financiële prikkels worden opgenomen voor hergebruik, gebruik van minder materialen en gewichtsverlaging, kunnen we het vanaf het begin goed doen.”