KEN JE GRONDSTOFFEN
Het is belangrijk dat je weet welke type grondstoffen je gebruikt. Er zijn twee typen grondstoffen: eindige en hernieuwbare. Eindige of schaarse grondstoffen kunnenop korte of langere termijn opraken en kennen twee gradaties:
- Grondstoffen die nu al schaars zijn. Metalen als koper en sommige mineralen zijn hier een voorbeeld van.
- Grondstoffen waarvan de verwachting is dat ze eindig zijn, maar waarbij nog niet duidelijk is wanneer dat het geval zal zijn. Bijvoorbeeld olie, een belangrijke grondstof voor kunststof verpakkingen. Een ander voorbeeld is glas, dat wordt gemaakt van zand, soda en kalk, alle drie grondstoffen die op dit moment nog ruim te winnen zijn.
Hernieuwbare grondstoffen vullen zichzelf in de natuur weer aan of kunnen worden verbouwd:
- De meeste hernieuwbare grondstoffen komen van de landbouw. De bekendste is hout, waar houten verpakkingen en verpakkingen van papier en karton van kunnen worden gemaakt. Er zijn echter ook andere materialen, zoals kurk of bladen waar bakjes van worden geperst.
- In bepaalde gevallen, zoals bij hardhout, worden hernieuwbare grondstoffen ook rechtstreeks uit de natuur gehaald. Daarbij moet de grondstofwinning wel gecontroleerd gebeuren, om bijvoorbeeld te voorkomen dat dat oerwouden worden gekapt voor houtwinning. Om dit te controleren en om duurzame manier grondstofwinning te garanderen, zijn er diverse keurmerken, zoals FSC en PEFC.
- Hernieuwbare grondstoffen kunnen ook afkomstig zijn uit een afvalstroom uit een productieproces. Bijvoorbeeld zetmeel dat vrijkomt bij de productie van aardappelproducten als friet.
- Een bijzondere variant op hernieuwbare grondstoffen zijn de biobased kunststoffen. Voor biobased kunststoffen worden hernieuwbare grondstoffen gebruikt, zoals mais of suikerbieten. Het verschil met bijvoorbeeld hout is dat de grondstoffen voor biobased kunststoffen chemisch worden bewerkt, zodat het de eigenschappen van kunststof krijgt.
GEBRUIK GERECYCLEDE GRONDSTOFFEN
Om duurzaam met grondstoffen om te gaan is het belangrijk om daar waar mogelijk gerecyclede grondstoffen te gebruiken en niet voor iedere verpakking nieuwe (virgin) grondstoffen te gebruiken. Recycling zorgt er voor dat (verpakkings)afval weer kan worden omgezet in grondstoffen om nieuwe verpakkingen of producten te maken. Dat bespaart grondstoffen en het kost over het algemeen veel minder energie om materialen van gerecyclede grondstoffen te maken. Het zorgt er ook voor dat er minder afval ontstaat dat moet worden verwerkt, of misschien wel zwerfafval wordt. Het is dus belangrijk om grondstoffen zolang mogelijk in de verpakkingsketen te houden.
De figuur laat zien hoe grondstoffen worden gerecycled en zo blijven rondstromen in de verpakkingsketen. Hoewel het streven is om grondstoffen zolang mogelijk in de keten te behouden, is het echter onvermijdelijk dat er afvalstromen ontstaan. Dat heeft een aantal oorzaken:
- Producten kunnen verloren gaan door transportschade of bederven omdat de verpakking niet voldoende bescherming biedt. In het kader van duurzaamheid is het tegengaan van productverspilling het belangrijkste aandachtspunt bij verpakkingsontwikkeling.
- Er is een reststroom van verpakkingsmaterialen die niet kunnen worden gerecycled. Dat komt omdat de materialen niet goed kunnen worden gescheiden, of omdat de materialen niet recyclebaar zijn. Het is de uitdaging om deze afvalstromen zo klein mogelijk te houden. Deze stroom kun je met ‘design for recycling’ zo klein mogelijk maken.
- Ook een deel van de composteerbare grondstoffen verdwijnt uit de keten. In principe levert dit geen afval, maar dragen deze composteerbare materialen bij aan de vorming van compost. Dat kan worden gebruikt als voedsel om nieuwe grondstoffen mee te verbouwen. Het is belangrijk om bij de ontwikkeling goed na te denken of composteren het juiste end of life scenario is. In veel gevallen levert hergebruik of recycling meer milieuwinst op.
ZORG VOOR ZO MIN MOGELIJK VERSPILLING
Doordat de vraag naar verpakkingen blijft groeien en omdat niet alle grondstoffen in de keten kunnen worden behouden, zullen er dus altijd nieuwe grondstoffen moeten worden toegevoegd om de vraag te voldoen. Om goed en duurzaam te verpakken is het belangrijk om het product goed te beschermen, bij voorkeur recyclede materialen te gebruiken en waar dit niet mogelijk is materialen te gebruiken die goed te scheiden en recyclebaar zijn. Zo ontstaat er zo minder afval en zijn er minder nieuwe grondstoffen nodig.
KIES VOOR EENVOUD OM RECYCLING TE BEVORDEREN
Om verpakkingsafval te recyclen is het noodzakelijk dat verpakkingsmaterialen goed (van elkaar) kunnen worden gescheiden. Daarom is het beter om waar mogelijk één soort materiaal te gebruiken. Dat zijn bijvoorbeeld papier, PET, PP en glas. Een stalen dop op een glazen fles valt daar ook onder. Maar een papieren verpakking met folielaagje niet. Mono-materialen zijn makkelijker te recyclen dan gecombineerde verpakkingsmaterialen en er kan makkelijker materiaal worden teruggewonnen. Een verpakking die deels uit nieuwe en deels uit gerecyclede grondstof van dezelfde soort bestaat, wordt ook gezien als een mono-materiaal. Dat geldt niet alleen voor glas en metaal, maar ook voor kunststoffen.
Bij de meeste verpakkingen worden vaak combinaties van materialen gebruikt. Op glazen flessen worden bijvoorbeeld papieren labels geplakt en op glazen potten worden metalen deksels gebruikt. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn, zolang de verpakking zodanig wordt ontworpen dat deze materialen gescheiden kunnen worden.
Bij het voorbeeld van de glazen pot met metalen deksel kan dit eenvoudig omdat de deksel eenvoudig los komt van het glas door het glas te breken. De metalen deksel wordt bij de sortering van het afval met een magneet uit het glas gehaald. Om materialen bij het afval goed te scheiden zijn veel slimme oplossingen en technieken bedacht. Toch levert het verpakkingsontwerp de belangrijkste bijdrage. Een goed voorbeeld daarvan is het gebruik van oplosbare lijm bij papieren wikkels een kunststof schaaltjes. In een spoelbad lost de lijm op, waardoor het kunststof en het papier kunnen worden gescheiden en ze vervolgens los van elkaar kunnen worden gerecycled.
Recycling is lastiger bij combinaties van materialen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Denk bijvoorbeeld aan een kunststof laag op een kartonnen diepvriesverpakking, die wordt aangebracht om de verpakking waterbestendig te maken. Deze twee materialen laten zich totaal ander recyclen en zijn niet samen te verwerken. Als het om kleine toevoegingen gaat, zoals een klein kunststof venster in een kartonnen doosje levert dat geen grote problemen op, maar te grote hoeveelheden verstoren het proces zodanig dat er geen bruikbaar materiaal uit meer voortkomt.
De uitzondering hierop zijn drankenkartons. Omdat het aantal drankenkartons in de verpakkingsafvalstroom zo groot is, is er een speciaal recyclingproces gecreëerd om het papier, de kunststoffen en de metalen barrièrelaag van elkaar te scheiden. Daarom mogen in veel gemeenten drankenkartons worden ingezameld bij het kunststof en/of metaal. De drankenkartons worden gesorteerd en gerecycled, waarbij voornamelijk de vezels worden hergebruikt.
GEBRUIK WAT JE ECHT NODIG HEBT
De duurzaamheid van een verpakking wordt niet alleen bepaald door het soort materiaal, maar natuurlijk ook door de hoeveelheid materiaal. Je kunt de milieu-impact van een productverpakkingscombinatie verminderen door niet meer materiaal te gebruiken dan nodig is voor de bescherming en functionaliteit. Verder kun je ook materiaal besparen door kritisch te kijken naar de houdbaarheidstijd of de mate van bescherming van het product:
- Moet een levensmiddel jarenlang houdbaar zijn, of wordt het binnen drie maanden al gebruikt?
- Kun je kwetsbare onderdelen van het product, bijvoorbeeld de pootjes van een meubel, tijdens transport demonteren, en pas na levering monteren?
Kijk dus kritisch naar waar je materiaal kunt besparen door iets in te leveren op de bescherming, als de situatie zich daarvoor leent. Er is daarbij wel een kritische grens. Zoals beschreven bij het onderdeel ‘De verpakking en het product’ heeft productverlies meer milieu-impact dan extra verpakkingsmateriaal. Daarom is het belangrijk om productschade of -bederf te voorkomen. Bij risico op productverlies is het dus beter voor het milieu om een product iets teveel dan iets te weinig te beschermen.